Selecteer een pagina

Een ander die alles verzint bij wijze van gezelschap.
In het zelfde donker als zijn schepsel of in een ander.
Snel stel het je voor.
Hetzelfde.

Samuel Beckett in Gezelschap.

[foto] Laura Hospes

Toen ik een jongetje was van een jaar of acht of tien had ik de nare gewoonte om wekkers uit elkaar te halen, tot groot ongenoegen van mijn moeder, want weer in elkaar zetten lukte niet altijd. Ik was werkelijk nieuwsgierig hoe zo een wekker werkte. Daar heb ik heel veel van geleerd. Ik kon met mijn eigen ogen en vingers zien hoe het werkte. Wat doet een wekker? Gewoon de tijd aangeven. Alleen de grap is dat ik toentertijd totaal geen interesse had in ‘De Tijd’.

Momenteel bevind ik mijzelf wederom in het ‘infantiele’ stadium om te weten te komen hoe iets ‘werkt’ hoe iets ‘in-elkaar-zit’. Dit keer betreft het [De Fotografie]. Hoe werkt dat? Hoe zit dat in elkaar? En dit terwijl ik niet geïnteresseerd ben in [De Foto], het residu daarvan. Ik word door 003[foto]stad uitgenodigd om ‘dóór te kijken’ en mij te laten verwarren en te verwonderen. Nou moet er heel veel gebeuren wil een [foto] mij verwarren, ook al kijk ik nog zo lang ‘door’. Begrijpelijk, want tussen toen en nu liggen bijna zestig jaren. Mijzelf verwonderen doe ik nog steeds, maar dan beslist niet door [De Foto] maar zeer zeker wel door het medium [De Fotografie]. Tot het obsessionele toe. Dóór kijken lukt mij niet, dit vanwege de ogenblikkelijkheid van een [foto]. Zou ik wel doorkijken dan zie alleen maar totaal niet terzake doende details. Wat ik wel ga doen is ‘dóór denken’, be-denken, ver-denken, ge-denken en na-denken. En misschien lukt het me dan uiteindelijk om gewoon gewoon-te-denken.

Trouwens, nu ik sinds een paar jaar [fotografie] aan het slopen ben, en ik zie alle losse onderdelen voor me liggen; bekruipt mij de angst dat ik straks werkelijk niet meer weet hoe ik het allemaal weer in elkaar moet zetten, zou dat überhaupt nog nodig zijn. Tja, ook dat nog.

Jezelf blootgeven, je zelf kwetsbaar opstellen schijnt een bejubelde deugd te zijn, in de [fotografie]-wereld daar buiten. Het schijnt een tipje van de sluier op te lichten van het menselijke drama waarin het [gefotografeerde] zich in bevind. Het ‘model’ heeft zich kwetsbaar opgesteld. En het drama schijnt dan ineens zichtbaar en voelbaar te zijn. Ik ga hier niet ontkennen dat dat een prachtige kracht is van [fotografie]. Maar het woordje ‘schijnt’ wringt helaas werkelijk bij mij.

Ik spreek hier over de [fotografiën] van Laura Hospes, exposante in de Sint Aegtenkapel. Zij is de dramaturg en tevens de actrice, model en de regisseur van de scene’s die zij dan ook nog zelf vastlegt in de functie van [fotograaf]. Jawel, haar [fotografie] is werkelijk multidisciplinair. Uiteindelijk presenteert zij zichzelf niet als regisseur, model, actrice of dramaturg. Nee, zij presenteert zichzelf uitdrukkelijk als zijnde [Fotograaf]. Merkwaardig, want een [fotograaf] is gewoon iemand die op een knop drukt, en verder niks. Doet zij zichzelf hiermee dan niet tekort?  Maar goed, alles bij elkaar genomen; Laura Hospes produceert gedramatiseerde ‘Selfie’s’. Die zich werkelijk onderscheiden van de gangbare selfie’s.

Ook ik wil mij zelf ‘bloot-stellen en mijzelf ‘kwetsbaar’ maken. Maar dan in deze tekst op uw beeldscherm. Zodat u kennis maakt met mijn pijn, verdiet, frustratie, en zwakheden. Oftewel; ik ga proberen zo eerlijk mogelijk te zijn. Een literaire Selfie. Want dat is Laura Hospes ook. Ik vind haar een moedig persoon.

De eerste keer dat een [fotografie] van haar op mijn netvlies viel was toen ik de website van de Sint Aegtenkapel bezocht. Haar [foto] werd gebruikt om de expositie ‘Gelaagde Portretten’ aan te kondigen. (Ik hoop, als ik de expositie ga bezoeken, dat zij mij dan kunnen verlossen uit mijn onwetendheid, want de term ‘Gelaagd Portret’ is iets waar ik me werkelijk totaal niks bij kan bij voorstellen. Maar dat terzijde.)  Mijn eerste reactie was; wat een amechtig kinderachtig theater. Weer zo een vrouw die met haar ziel onder de armen loopt. Het nodigde werkelijk niet uit om zo een expositie te bezoeken. Maar goed, ik ben geïnteresseerd dus ik ging verder zoeken. Maar het werd alleen maar erger. Een getergd poppenkasterij gedoe. En dat allemaal in zwart-wit, ook dat nog. Ik had het gevoel van; Ja maar, dat weten we toch allang. Dat hebben we toch al duizend keer gezien. In mijn tijd hadden we Francesca Woodman, die alleen maar veel blote selfie’s maakte, en vervolgens op drieëntwintig jarige leeftijd van het dak af sprong. Over drama gesproken.

Zou je het werk uit 2016 van Daan Roosegaarde naast het werk van Karel Appel uit 1985 leggen dan bemerk je een gigantisch verschil. Het één en ander schijnt zich ontwikkeld te hebben in de kunst van onze veranderlijke wereld. Pak je het tijdschrift Vogue uit 1968 en je legt het naast een Vogue uit 2016 dan bemerk je bijna geen verschil. Tuurlijk, de jurken zijn iets anders doch de [fotografie] is krek hetzelfde. Dat is opmerkelijk. Hoe komt het dat [fotografie] zich blijkbaar niet kan ontwikkelen? Ik heb wel antwoorden, maar laat ik daar even mee wachten.

De [foto’s] van Laura doen mij niks, ik kan er niet door geraakt worden. Ik bedoel de [foto’s] als zodanig, los van enige context. Op het moment dat ik ga lezen, hoe wat, waar en waarom, tja, dan begint er iets voor mij te leven. Omdat ik dan terecht kom in een ‘Verhaal’. Een verteld en opgeschreven verhaal over haar. En ook van derden die dat verhaal bevestigen en versterken. Nadat allemaal gelezen te hebben zou ik op een andere manier naar haar [foto’s] kunnen kijken. Maar wat is dat dan? Op een andere manier kijken? Want ik zie nog steeds hetzelfde oubollige  zwart-wit theater-gedoe. Nu ik via lezen kennis heb genomen van haar sores moet ik dan ineens die [foto’s] geweldig gaan vinden? Dat lukt mij dan niet. Nu ben ik geen ijskonijn, want mijn medeleven en mijn invoeling voor haar drama ontwikkelt zich wel. Maar niet door haar [foto’s] maar wel door haar verhaal. En een verhaal is totaal iets anders dan een beeld. Het ‘anders kijken’ bestaat dan voor mij hierin dat ik de gelezen literaire betekenissen moet projecteren op die anachronistische [foto’s]. En vervolgens moet ik mijzelf in-beelden dat ik pijn, verdriet en intens lijden zie. Maar helaas pindakaas. Dat zie ik helemaal niet, dat lukt mij werkelijk niet. Ik zie alleen maar ouderwets theater. Nu mogen die [foto’s] onder barre omstandigheden in een psychiatrische inrichting zijn genomen. Dat laat niet onverlet dat Laura ook daadwerkelijk gebruik maakt van ‘in-beelding’. Want zij ensceneert zichzelf heel duidelijk, opzettelijk en nadrukkelijk. Zij acteert in haar eigen theater, welke zij [fotografisch] vastlegt. Dat noemt men registreren, wat iets anders is dan verbeelden.

Ik begrijp en heb groot respect voor wat Laura Hospes doet met haar [fotografie] ondanks het feit dat ik het suffe [foto’s] vind. Ik snap haar motivatie, en ik kan mijzelf identificeren met haar. Ik kan haar barre pijnlijke ervaringen voelen. Niet omdat ik dat zie op de [foto], maar omdat ik het gelezen heb. Want haar [foto’s] zijn zeer inwisselbaar, ze hadden voor het zelfde geld ook stills uit een speelfilm kunnen zijn. En dat geeft te denken!

Voor de duidelijkheid beste lezer: Ik bestudeer de aard van het medium [fotografie] en niet de wetenschappen zoals phatologie, sociologie, psychiatrie of wat dan ook. Maar nu ik de ‘verhalen’ over Laura Hospes heb gelezen voel ik wel een verbondenheid en een verwantschap met haar. Ondanks dat we beiden [fotograaf] zijn, voel ik dan wel geen band met haar [fotografie] maar zeer zeker wel met haar ‘Verhaal’: Na een mislukte zelfmoordpoging belandt ze in een psychiatrische inrichting waar ze deze [foto’s] produceert. En die periode wordt dan op geserveerd als zijnde: “Een Rotte Periode”. Terwijl het een zeer productieve en creatieve periode was, hoe rijm je dat met elkaar? Want het ziet er nu naar uit dat dit misschien wel het beste was wat haar tot nu toe als [fotografe] is overkomen, gezien de resultaten. Het maffe van haar verhaal is dat ik niet te weten kom wat de oorzaken waren welke geleid hebben tot het suïcidale, en ook niet hoe het nu eindelijk werkelijk gesteld is met haar. Nee, uitsluitend beelden van haar “Rotte Tijd”. Diepgaande Romantiek à la “Weltschmerz”.

Mijn verhaal: Psychoses vanaf mijn vijftiende jaar. Zelfmoordpoging in mijn achtentwintigste jaar. Vele depressies, vaak maandenlang doelloos op een bank gelegen, soms weken eronder. Maanden in een ‘isoleercel’, dan wel niet in een psychiatrische inrichting, maar dan wel ergens op een zoldertje van goede vrienden. Vele suffe, totaal nutteloze gesprekken met psychiaters; dombo’s. Daarna nog meer psychoses. Officieel mis ik een hoop sociale remmingen en kwam ik net een puntje te kort om schizofreen verklaard te worden. Etcetera. Daar kan ik veel fijne verhalen over vertellen. Diagnose: bi-polair, oftewel manisch depressief. Het is geen aandoening die ik zou hebben, zoals veel psychiaters en mensen denken. Nee, ik ‘Heb’ het niet; Ik ‘Ben’ het. En daardoor voel ik mij heel sterk verbonden met Laura Hospes. Zelfs terwijl ik geen kennis heb genomen van haar diagnostiek.

Koketteren Laura en ik met ons ‘drama? Ja en Nee, dat is een heikele zaak. En hoe ga je daar mee om? Want ook ondergetekende heeft vele ‘selfies’ gemaakt, in een tijd dat het woord nog niet eens bestond. En zeer zeker ook onbewust met therapeutische bedoelingen. Nou en of. Want ook ik [fotografeer] uitsluitend om mijzelf te bevrijden, nergens anders om. Zo ook dit schrijven. Laura zegt in een interview:

“Zonder mijn camera sta ik los van de wereld, voel ik me niet thuis op aarde, voel ik me nergens thuis. Wanneer ik de beelden deel met mijn omgeving en de rest van de wereld, heb ik het gevoel in contact te staan en voel ik me minder eenzaam.”

Zou je het woord camera vervangen door het woord ‘smart-phone’ dan blijkt deze zin op te kunnen gaan voor bijkans iedereen tegenwoordig, want wij communiceren met ons allen steeds meer met technische beelden via onze sociale media. Maar ik constateer iets anders: Het zijn dus geen ware ‘zelfportretten’, want anders hadden we haar op haar [foto’s] letterlijk samen gezien MET haar onlosmakelijke en zeer noodzakelijke camera. Gewoon als zijnde [fotograaf]. Ik ken een hoop schilders die zich met palet en kwasten zelf hebben vereeuwigd. Zo niet Laura, die haar camera uit het beeld heeft gehouden. Wat bij mij de indruk bevestigd dat het hier werkelijk om een theater-act gaat. Zij presenteert zichzelf niet als [fotograaf] maar als slachtoffer van het één of ander, namelijk van haar ‘Rotte Tijd’. Zij acteert slachtoffer. Maar theater is een totaal ander medium dan [fotografie]. Hoe gaan we dat oplossen?

“Alle foto’s zijn zwart-wit. Hierdoor streef ik naar zo min mogelijk tijdsaanduiding en wijs ik naar het verleden. Het verleden heeft mij getekend en mijn foto’s gaan over mijn verleden, mijn verhaal. Daarnaast komt er een soort afstand door het zwart-wit, hiermee doel ik op het naast de wereld staan en niet thuis horen op de wereld: de muur van lucht.

Ik begrijp wat zij bedoelt, alleen ik koop het niet. In haar onschuld zegt ze een paar hele kromme dingen, mijn inziens. Ik weet dat het zeer lastig is om taal te vinden die de magie van het [foto]-beeld zou kunnen omschrijven. Als zij door middel van zwart-wit naar het verleden wil wijzen dan maakt zij zonder meer gebruik van een zekere tijdsaanduiding. Het ongelukkige daarvan is dat zij door haar keuze voor zwart-wit [foto’s] deze daarmee meteen torpedeert  tot solide anachronisme’s. Want zwart-wit is flink uit de tijd. Als ik haar [foto’s] werkelijk tot mij door laat dringen dan gevoel ik mij verkeren in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Vandaar dat het bij mij echt heel oubollig overkom. Dit spul heb ik al vele malen eerder aanschouwt. Ik gun haar werkelijk eigentijdse full-colour zonder die flauwekul van een vermeende tijdsaanduiding. Maar wat was er dan overgebleven van het ’theatrale’ in haar [foto’s]?

Een illusie creëert meer effect dan de banale werkelijkheid. En een eigentijdse digitaal-technische kleuren-[foto] is misschien wel het summum van banaliteit. Ogenschijnlijk is het uiterst concreet, maar in wezen is de kleuren[foto] principieel vele en vele malen abstracter dan de zwart-wit-[foto]. De meeste mensen snappen dit niet, en kijken mij altijd verwondert aan wanneer ik dat beweer. Erger nog, 99,999 % van de [fotografen] begrijpen dit niet. En dat geeft te denken! Ik vermoed, en weet bijna zeker dat Laura dit instinctief en/of onbewust aanvoelt. Door zwart-wit te gebruiken grijpt zij terug naar een lager abstractie niveau. En dat vind ik zeer verstandig. Want hoe lager het abstractie niveau des te dichter kom je bij de echte werkelijkheid, haar werkelijkheid, en verderaf van die zogenaamde [fotografische] werkelijkheid, want die is per definitie banaal en uiterst abstract. Dus als zij ‘een soort afstand’ ambieert en wil creëren door middel van zwart-wit, dan begrijp ik dat helemaal. Alleen, zoals eerder gezegd, veroordeelt ze daarmee haar eigen beelden wederom meteen tot anachronismes. En dat vind ik ontzettend jammer. Maar hoe los je die zaken dan op? Ik zelf denk, door je meer bewust te zijn wat het medium [fotografie] werkelijk behelst, in plaats van dat zogenaamde ‘door kijken’, en je blind staren op die mislukte tafereeltjes, met al haar referenties aan het vermeende verleden. 

Nog niet alles is gezegd. Maar genoeg zover. Zij is jong en ik ben veertig jaar ouder. Wat zij gedaan heeft vind ik zeer bewonderendswaardig. Ik ga haar bellen, want zij betekent momenteel veel voor mij. En heel misschien kan ik iets voor haar betekenen.

Er is één foto van haar die mij werkelijk vrolijk maakt. Die ik zeer betekenisvol vindt. En dat komt omdat in die [foto] het acteren ineens is verdwenen. Wat je in deze [foto] ziet valt niet te acteren. Hier wordt het ineens een zeer visueel statement. Hier verdwijnt het theater en komt ‘beelding’ om de hoek kijken. Hier verdwijnt het literaire, het ‘verhaal’. Hier wordt het stil, en begin ik eindelijk iets te beleven, zonder iets te hoeven lezen, zonder literaire projecties. Een zeer knap visueel statement. Hier word werkelijk iets verbeeld. Hier kom ik voor het eerst ‘mijn’ Laura tegen. En mijn denken stopt.

[foto] Laura Hospes

Een ieder moet beslist de [foto’s] van Laura gaan bekijken in de Sint Aegtenkapel. Zeer de moeite waard. Al was het maar om iets te leren van de geschiedenis van de [fotografie]. Gezien ook het ietwat autobiografische karakter van dit schrijven, een kleine toegift: Een artikel uit 2011 welk ik ooit heb geschreven over de allereerste geënsceneerde en vooral gedramatiseerde Selfie uit de [foto]-geschiedenis (1840). Met daarbij een zelfportret, waarop ik morsdood ben na verdrinking.

Dit is een artikel uit de serie : 033[Foto]Stad 2016.

De artikelen zijn een spontane, persoonlijke en vrijwillige bijdrage aan de twee-jaarlijkse [foto]manifestie alhier in Amersfoort

Deel   VI

In gesprek met de [Foto]  (In voorbereiding)

Schrijf je in voor

Mijn Nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van mijn nieuwe artikelen. Die uitsluitend zullen gaan over mijn zoektocht en ideëen betreffende [fotografie]

You have Successfully Subscribed!

Pin It on Pinterest

Share This