Ik had weer een aanval van zinloosheid. En doelloos liep ik verveeld te slenteren door de stad. Deze ongedurigheid maakte mijn tijd lauw, alles duurde langzamer, dat de tijd bijna stilstond. Alleen lopend door een drukke winkelstraat terwijl alles en iedereen ergens ver weg was. Ik bemerkte dat ik stond te staren naar de fotoboeken in die winkel. Het was een dikke pil over fotokunst. Een soort super verzamel-cd met wel duizend fotokunstenaars in kleur. Gevoelloos onderging ik mijn eigen geblader. Het raakte me niet, nergens gloeide mijn interesse op. Alsof het een wereld betrof die ik reeds vele malen had geleefd. Mijn matte ogen vielen op het boek: BEAUTY en nog iets met vermeende geheimen, van Marcel van der Vlugt. Al bladerend ontwaakte er iets in mij, wat ik op het moment zelf nog niet doorhad. Alles wat ik zag ervaarde ik als stuitend. 10 jaar gelden was Marcel mijn held met zijn biezonder smaakvol prachtig werk. Nu stond ik te staren naar bizar calvinistische pornografie. Irritatie daar bestond mijn wakkerheid uit. Walging. “Trek het je niet aan, kijk er niet naar, het is niet belangrijk”. Was dit moed welke in mij zelf wilde inspreken? En ik nam weer een stap terug in mijn zinloosheid. Vervolgens stond ik te bladeren in een boek van Philips Mechanicus. Weer die irritatie. Zwakzinnige gestileerdheid van iemand die doof is voor het beeld. In misselijkmakende nare zwarten en witten. “Kees, die man is hardstikke goed, doe niet zo moeilijk!” Het hielp allemaal niet. Ik gevoelde mij een invalide stuurman, aan de lagere wal, geborneerd turend naar groteske schipbreuken aan de hogere wal.
Het voelde totaal anders aan. Net niet vierkant en kleiner dan die andere potsierlijke fotoboeken. Een duim dik en onverwacht zacht. Allemaal foto’s uitgesmeerd over de twee grauw papieren bladzijdens. Kiekjes, onscherpte en veel straat. Nee, het was niks, maar toch ging ik zitten op een stoel in de boekenzaak. En ik bladerde wezenloos, de tijd stond nu echt stil. Kinderen in pyama. Kapotte auto’s. Electriciteits draden. Koffiezetapparaat. Lijk op straat. Een weg met niks, ‘s nachts. 2 mannen die volleybal spelen. Kapotte weg. Kapot viaduct. Kersfeest met mutsen. Duik in het water. Sigaretje roken. Onscherpe aankomsthal. Verbrande piano. Ontplofte vuilnisbak. De groenteman. En lachende man in speeltuin. Peace met twee vingers. Donderwolk en palmboom. Ontplofte auto. Vrouw met borst. Man met verband. Een gewone winkel.
Bagdad Calling. Het boek van Geert van Kesteren. Ik wist mij geen raad. Alles wat ik dacht te weten over fotografie verdween geruisloos in het putje. Dit is letterlijk en zeer zeker ook figuurlijk puinhoop fotografie. Wereldse en huiselijke ellende dwars door elkander. Het is raar om te zeggen; maar mijn eigen kinderen redden mij. Ergens in mijn hoofd was een stemmetje die zei: “Vergeet alles, dit is NU, dit is de wereld van je eigen kinderen. NU!!” En ik begon ineens te kijken door de ogen van mijn eigen kinderen. Hyves, Playstation. Myspace. iPod en 50 cents. En in al die foto’s uit Irak zag ik mijn eigen wereld in puin. Baghdad calling Amersfoort.
Toen ik zelf een jaar of tien was zat ik te neuzen in de boeken van mijn vader, en daar stonden ook plaatjes in; Bergen met schoenen, auto’s met uitlaatslangen, kuilen met lijken, bergen met brillen, bergen met koffers, rijen naakte vrouwen, nog meer kuilen met lijken, barakken met uitgemergelde mensen, jodensterren, getatoueerde nummers. Holocaust. En al die foto’s zat ik dan rustig te bekijken. Ik las niks en niemand vertelde mij wat. Jaren later, ja, jaren later…… Bergen boeken heb ik erover gelezen. En het is nog steeds onbegrijpelijk.
In het boek Baghdad calling kom je af en toe een foto tegen van een straat waar dan een lijk ligt. Maar heel erg gruwelijke foto’s kom je er niet echt in tegen. Geen jongens die met een drilboor hun buurman doorboren. Geen heftige lynchpartijen. Terwijl dat wel allemaal gebeurt daar. Het boek is er daardoor niet minder gruwelijk door, oh nee, in tegendeel. Immens schrijnend is het totaalbeeld wat je door het boek krijgt. Op de één of andere manier is het voor mij erger dan de hele holocaust van toen, gewoon voor de simpele reden dat het NU gebeurt. Het boek van Geert van Kesteren is geen geschiedenis, het is actualiteit. Al starend naar de plaatjes kijk je in het heden daar. Ik heb het boek gekocht. Buiten in de zon op een terrasje verder zitten staren naar al die plaatjes. Nog steeds voelde ik mij alleen en zinloos, opkijkend naar mijn flanerende en consumerende medemens in de Langestraat. Koopavond. Ach wij, die overleven in een wereld zo schrijnend.
Sinds die plaatjes-boeken van mijn vader, zoveel jaren geleden, is dit het meest indringende fotoboek wat ik heb gezien. Dezelfde onwezelijkheid en daarom zo fascinerend, daarom zo echt. Nee, ik ga het niet verstoppen tussen al die boeken in mijn werkkamer, ik zal het in de woonkamer laten slingeren. Gewoon ter stille inzage voor mijn kinderen.
zie ook: http://www.baghdadcalling.nl/
++
Tweet
Schrijf je in voor
Mijn Nieuwsbrief
En blijf op de hoogte van mijn nieuwe artikelen. Die uitsluitend zullen gaan over mijn zoektocht en ideëen betreffende [fotografie]
You have Successfully Subscribed!
Nothing Goes A Long Way