Selecteer een pagina

::

 

illustratie: Mike Ottink

::

In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.

Het evangelie naar Johannus. Hoofdstuk 1 vers 1

 

Stoere taal 2000 jaren geleden opgeschreven. Joodse Christelijke en Mohammedaanse culturen leunen erg zwaar op het geschreven almachtige woord. Zonder dat zouden ze helemaal niet bestaan. Bijkomend (?) verschijnsel was dat het maken van beelden taboe of zelfs totaal verboden was. Waarom? Zelf denk ik omdat het beeld er eerder was dan het woord en omdat het beeld veel sterker is dan het woord. En daardoor machtiger en ongrijpbaarder. Woorden benoemen. Beelden tonen. Het woord boom is iets anders dan de boom zelf. Een afbeelding van een boom is ook iets anders dan de boom zelf. Maar bij een beeld werkt dit verschil geraffineerder dan bij het geschreven woord. Het woord moet ontcijfert worden zodat er beeldvorming kan plaatsvinden. Bij een visueel beeld zit dit proces al grotendeels in het beeld zelf. De verbeelding vindt dan niet meer plaats tussen de oren, maar gebeurt al reeds voor je ogen. Dat is een zeer groot en ingrijpend verschil. Daar waren die elitaire priester van toen niet erg van gecharmeerd. De controle op beeldvorming had je dan niet meer in de hand. Dat zou gezichts en machtverlies op kunnen leveren. Ook omdat er bij het volk een grote behoefte was aan beelden besloot men toen maar gemakshalve om het geschreven woord almachtig te verklaren. En voor het maken van beelden werden strenge procedures en regels ontworpen. Daar mocht beslist niet van afgeweken worden. Anders de Brandstapel. En het lezen en schrijven van het woord was een privelege van een elite. Dit hebben ze geloof ik 1500 jaar weten vol te houden. Luther was niet de eerste die de latijnse bijbel vertaalde in de gewone volkstaal, maar zijn versie was wel de eerste die zich ontzettend snel wist te verspreiden, voor die tijd althans. Dit dankzij de uitvinding van de boekdrukpers; Een soort internet was dat toen, zal ik maar zeggen.

Hoe staan de zaken er nu voor, 2000 en 500 jaren later. Ingewikkeld en gecompliceerd. Ik wou dat ik het precies kon duiden. Wel weet ik dat een gemiddelde jurist vele malen meer geld verdient dan een gemiddelde fotograaf. En dat is één maatstaf. Wel kan ik voorbeelden geven wat er tegenwoordig gaande is met journalistieke foto’s. Fotografie die bedoeld is om bericht te geven, dit door middel van die lastige beeldtaal.

Van de week zag ik in de krant een getekende illustratie. Het beeld toonde Robert Gabriël Mugabe (Huidige president van Zimbabwe). Over zijn gezicht waren allemaal kruisen getekend. Voor de goede verstaander een zeer duidelijk beeld. De ondertiteling luidde: “Illustratie: Mike Ottink” Verder niets.

Oude negroïde man die een glaasje limonade drinkt.

Diezelfde week zag ik ook een foto van Mugabe. Een oude negroïde man die een glaasje limonade drinkt. Men zegt dat een foto veel meer “informatie” bevat dan een tekening. Ook zou je denken dat een foto veel meer laat zien en “vertelt” dan een tekening. Goede foto’s doen dat en die behoeven dan ook geen ondertiteling. Maar de praktijk wijst uit dat dat dus beslist niet het geval is. Bij de limonade drinkende president stond een bijschrijft met de mededeling dat hij niet erg gewenst was te zijn waar hij op dat moment van die foto was.

Bij zowat alle foto’s in alle nederlandse kranten staan ellenlange ondertitelingen, bijschriften, verhaaltjes en uiteenzettingen. Schering en inslag. Waarom? Wat missen al die foto’s? Of wat mist de redacteur die al die bijschriften verzorgt? Waarom blijken de bijschriften belangrijker dan de foto’s zelf. Tenminste, dat leid ik af aan de bijschriften. Waarom die foto überhaupt plaatsen? Het maken van bijschriften bij de foto’s is een cult opzichzelf geworden. De Volkskrant spant werkelijk de kroon. Deze krant publiceert wekelijks een ellenlang onderschrift waarbij een foto wordt geplaats die dan weer betrekking heeft op die tekst. Bij navraag bleek dat er heel intensief en zorgvuldig naar een foto wordt gezocht die geschikt is voor mega-ondertiteling. Men heeft een copywriter ingehuurd om suggestieve feitelijkheden te produceren naar aanleiding van deze fotografische kapstok. De feitelijkheden worden ter plaatse uit de duim gezogen. De inhoud van de foto wordt volledig geconfisceerd. Dit over de rug van een onbekende fotograaf. De foto zelf is meestal gemaakt ergens in Ergverwegghistan. Dit levert wekelijks een laf en naargeestig relaas op. Of deze mega-ondertiteling nu gewoon slecht is of biezonder slecht doet eigenlijk hier niet terzake. Wat ik wil vertellen is dat hier aantoonbaar en onomstotelijk vast staat dat het fotografisch beeld volledig maar dan volledig ondergeschikt is gemaakt aan het geschreven woord. Nou wordt deze literiare machtsvertoning gepubliceerd in hun kunst-katern. Dat geeft de hele operatie iets zalvends; ze kunnen er mee weg komen……

Maar hoe zit het met de rest van de krant? Is daar de foto ook geheel ondergeschikt aan het geschreven woord? Ik vrees van wel. Want zou men de beelden tonen die werkelijk laten zien waarom Mugabe niet gewenst is….. Zou men de bestaande foto’s tonen die gewoon laten zien waarom op het gezicht van Mugabe kruisen zijn getekend….. Dan zal blijken dat iedere ondertiteling volstrekt overbodig is. Nee, deze beelden krijgen wij niet te zien, en ondertussen knielen we voor het geschreven woord.

Zeer typerend vind ik ook dat politici, journalisten, beleidsmakers, communicatie-deskundigen en etcetera allemaal hun mond vol hebben over de “Beeldvorming”. Dat dat zo belangrijk is en zo….. Maar waar hebben ze het dan over, denk ik dan; Over de “vorming” of over het “beeld”? Als je het beeld niet begrijpt, als het beeld je angst inboezemt, dan kan je niet anders dan je vastklampen aan het woord. Dan kan je jezelf nog het idee geven dat je iets controleert. Wilders is vandaag gekozen alszijnde de beste politicus van Nederland, bijna Verdonk. En dat klopt, want in het lage land der blinden is diegene met de grootste mond koning. Het woord van een blonde god, daar kan natuurlijk nooit iets mis mee zijn, toch? Maar een beeld van een god…? Tja, shit en hallelujah, dat is nog effe problematisch. Vraag het maar aan Sooreh Hera of aan Wim van Krimpen, of aan Plasterk, Rouwvoet, Balkenende of desnoods aan de Volkskrant. Die zullen u verzekeren dat het allemaal uitermate ingewikkeld en complex is. Mijn god; zo ingewikkeld als een mummie.

 

victim

::

::

Schrijf je in voor

Mijn Nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van mijn nieuwe artikelen. Die uitsluitend zullen gaan over mijn zoektocht en ideëen betreffende [fotografie]

You have Successfully Subscribed!

Pin It on Pinterest

Share This